ECLI:NL:CRVB:2020:917
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.H. Bangma
- B.V.K. de Louw
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht
Op 10 april 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 19/3809 ANW-V. Deze uitspraak betreft het verzet van appellante tegen een eerdere beslissing van de Raad, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De aanleiding voor deze niet-ontvankelijkheid was het niet tijdig betalen van het griffierecht. Appellante heeft in verzet aangevoerd dat zij twee keer de gerechtelijke kosten heeft voldaan en heeft een bewijs van betaling overgelegd. Dit bewijs toonde aan dat zij een bedrag van € 47,- had betaald aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante in verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een andere conclusie. Het griffierecht voor het hoger beroep was niet ontvangen, en de Raad heeft benadrukt dat voor het instellen van hoger beroep afzonderlijk griffierecht moet worden betaald. Gezien deze overwegingen heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling in deze procedure.
De uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in aanwezigheid van griffier B.V.K. de Louw, en is openbaar uitgesproken op 10 april 2020.