ECLI:NL:CRVB:2020:915
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht
Op 10 april 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 19/1417 ANW-V. Deze uitspraak betreft het verzet van appellante tegen een eerdere beslissing van de Raad, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De aanleiding voor het verzet was de betaling van het griffierecht, dat niet binnen de gestelde termijn was voldaan. De Raad had eerder, op 15 november 2019, geoordeeld dat appellante in verzuim was omdat het griffierecht niet tijdig was betaald. Appellante stelde in haar verzet dat zij het griffierecht later had betaald, maar de Raad oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die zouden rechtvaardigen dat appellante niet in verzuim was geweest. De betaling van het griffierecht was pas op 9 oktober 2019 bijgeschreven, wat na de deadline van 16 september 2019 viel. De Raad concludeerde dat het verzet ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is ondertekend door de voorzitter en de griffier.