ECLI:NL:CRVB:2020:812
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 maart 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep was ingesteld door mr. J.B.M. Swart, advocaat van appellant, tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 6 december 2016. Op 18 juli 2019 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarop appellant op 9 oktober 2019 het hoger beroep heeft ingetrokken en verzocht om proceskostenvergoeding.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellant. Gezien de intrekking van het beroep, heeft de Raad de mogelijkheid om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellant. De proceskosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij de kosten voor bezwaar, beroep en hoger beroep zijn meegenomen.
De uiteindelijke beslissing van de Centrale Raad van Beroep was dat het Uwv werd veroordeeld tot een bedrag van € 2.148,86 ter vergoeding van de kosten die appellant heeft moeten maken in verband met de behandeling van het bezwaar, beroep en hoger beroep. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door D. Hardonk-Prins, met K.R. van Renswoude als griffier.