Uitspraak
19/1559 MPW
6 maart 2019, 18/3503 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de toekenning van een militair invaliditeitspensioen aan appellant, die in 1994 als militair naar Bosnië is uitgezonden. Appellant heeft in 2007 een aanvraag ingediend voor een invaliditeitspensioen vanwege psychische klachten die hij aan zijn uitzending toeschrijft. De staatssecretaris van Defensie heeft deze aanvraag in 2008 afgewezen, omdat er geen bewijs was dat de klachten verband hielden met de militaire dienst. In 2016 werd appellant alsnog een pensioen toegekend, maar met een ingangsdatum van 8 september 2014, wat appellant betwistte. Hij stelde dat zijn klachten al in 2007 bestonden en dat het pensioen eerder had moeten ingaan. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de medische gegevens uit 2016 geen nieuwe aanknopingspunten bieden om de eerdere besluiten te herzien. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard. De Raad concludeert dat de staatssecretaris terecht de ingangsdatum van het pensioen heeft vastgesteld op 8 september 2014, en dat er geen aanleiding is om terug te komen op het eerdere besluit van 2008.