ECLI:NL:CRVB:2020:637
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake AOW
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 maart 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant had verzet aangetekend tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep, dat eerder was afgewezen omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. De Raad oordeelde dat de appellant niet in verzuim was geweest, maar dat het risico dat een poststuk niet tijdig aankomt voor rekening van de verzender komt. De appellant had zijn hogerberoepschrift op 15 mei 2019 gedateerd, maar dit was pas op 7 juni 2019 door de Raad ontvangen, wat de termijn overschreed. De Raad concludeerde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die het verzet konden onderbouwen. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard en werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de betrokken rechter en griffier.