ECLI:NL:CRVB:2020:622
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake WMO
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 maart 2020 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak waarin haar hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad had op 23 oktober 2019 geoordeeld dat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend en dat appellante niet in verzuim was. Appellante voerde in verzet aan dat er vertraging was in de postbezorging in Marokko en dat zij vanwege haar studie veel reisde tussen twee gemeenten, waardoor zij niet direct kennis kon nemen van de inhoud van de post. De Raad heeft echter geen feiten of omstandigheden gevonden die erop wijzen dat appellante niet in verzuim was. De vertraging in de postbezorging werd niet met bewijsstukken onderbouwd, en de Raad oordeelde dat appellante een derde had kunnen inschakelen om haar post bij te houden. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en ondertekend door de betrokken rechter en griffier.