ECLI:NL:CRVB:2020:3450
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake schadevergoeding WIA na intrekking door appellante
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. B. Anik, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep is ingetrokken omdat het Uwv met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 3 september 2019 volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante. De rechtbank had eerder al uitspraak gedaan over de proceskosten in de procedure in beroep, waardoor alleen de kosten in hoger beroep nog ter beoordeling stonden.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het Uwv moet worden veroordeeld in de kosten die appellante redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met het hoger beroep. De proceskosten zijn begroot op € 1.312,50 voor verleende rechtsbijstand. Daarnaast zijn er medische kosten van E.C. van der Eijk, verzekeringsarts/medisch adviseur, die gedeeltelijk voor vergoeding in aanmerking komen. De Raad heeft vastgesteld dat de vergoeding voor de medische kosten, gebaseerd op het uurtarief, in totaal € 897,26 bedraagt.
De Raad heeft ook opgemerkt dat de kosten voor de te betalen eigen bijdragen niet voor vergoeding in aanmerking komen, en dat appellante zich voor vergoeding van het griffierecht rechtstreeks tot het Uwv kan wenden. Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het Uwv veroordeeld tot een totaalbedrag van € 2.209,76 aan kosten voor appellante. Deze uitspraak is gedaan op 29 december 2020.