Uitspraak
18 6494 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
..
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Limburg. De appellant ontving sinds 23 januari 1996 bijstand op grond van de Participatiewet (PW). Naar aanleiding van een anonieme melding dat de appellant op Marktplaats handelde, heeft de gemeente Sittard-Geleen een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek toonde aan dat de appellant in de periode van 26 juni 2014 tot en met 30 september 2017 in totaal 697 advertenties had geplaatst op Marktplaats, wat duidt op handel in plaats van incidentele verkoop van privé-goederen.
Het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen heeft de bijstand van de appellant met ingang van 26 oktober 2017 beëindigd en de bijstand over de periode van 26 juni 2014 tot en met 30 september 2017 ingetrokken, met terugvordering van € 46.970,78. De Raad oordeelde dat de appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door geen melding te maken van zijn verkoopactiviteiten, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij recht had op bijstand, noch heeft hij een deugdelijke administratie bijgehouden van zijn inkomsten.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de intrekking van de bijstand terecht was, omdat de appellant niet had voldaan aan zijn verplichtingen. De beroepsgronden van de appellant werden verworpen, en de Raad concludeerde dat de terugvordering van de bijstand ook geen verdere bespreking behoefde, aangezien de appellant geen zelfstandige gronden had aangevoerd.