ECLI:NL:CRVB:2020:3013
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 december 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Gouda. Appellante had een beroep gedaan op betalingsonmacht, maar de Raad oordeelde dat zij niet aan de criteria voor betalingsonmacht voldeed. De gemachtigde van appellante was herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 131,- tijdig te betalen. Ondanks meerdere herinneringen en verzoeken om aanvullende informatie, is het griffierecht niet binnen de gestelde termijn betaald. De Raad concludeerde dat appellante in verzuim was en verklaarde het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, met N. Khachatryan als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken en appellante kan binnen zes weken na verzending van het afschrift verzet aantekenen tegen deze uitspraak.