ECLI:NL:CRVB:2020:3012
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 december 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Gouda. Appellante had een beroep gedaan op betalingsonmacht, maar de Raad oordeelde dat zij niet aan de criteria voor betalingsonmacht voldeed. De gemachtigde van appellante was herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht tijdig te betalen, maar dit was niet gebeurd. De Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald en dat er geen reden was om aan te nemen dat appellante niet in verzuim was geweest. Hierdoor werd het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder verder onderzoek. De uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, met N. Khachatryan als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken en appellante kan binnen zes weken na verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen.