ECLI:NL:CRVB:2020:2963
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring bezwaar en afwijzing verzoek om schadevergoeding in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, woonachtig in Duitsland, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) van 28 december 2018, waarin werd meegedeeld dat hij vanaf 1 januari 2019 geen heffingskortingen meer zou ontvangen op zijn ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet. Dit leidde tot een hogere loonbelasting en een lager pensioenbedrag. Appellant stelde dat hij tijdig bezwaar had gemaakt, maar de Svb verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het bezwaarschrift te laat was ontvangen. De rechtbank bevestigde deze beslissing.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt, maar de Raad oordeelde dat hij geen nieuwe gronden had aangevoerd die de eerdere beslissing konden ondermijnen. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij tijdig bezwaar had gemaakt. Het verzoek om schadevergoeding werd eveneens afgewezen. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en wees het verzoek om schadevergoeding af, zonder aanleiding te zien voor een veroordeling in de proceskosten.