ECLI:NL:CRVB:2020:2406

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
1 oktober 2020
Publicatiedatum
8 oktober 2020
Zaaknummer
19/1184 AW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking hoger beroep en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 19/1184 AW. De appellant, vertegenwoordigd door mr. S.G. Volbeda, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De korpschef van politie had op 20 januari 2020 een nieuwe beslissing op bezwaar genomen, waarmee hij tegemoetkwam aan de bezwaren van de appellant. Hierdoor heeft de appellant op 3 maart 2020 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenvergoeding.

De Raad heeft vastgesteld dat het hoger beroep is ingetrokken omdat de korpschef met de nieuwe beslissing op bezwaar aan de bezwaren van de appellant tegemoet is gekomen. De Raad heeft vervolgens de korpschef veroordeeld in de proceskosten die de appellant redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met de behandeling van het hoger beroep. De proceskosten zijn begroot op € 525,-, conform het Besluit proceskosten bestuursrecht.

De uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van N. Khachatryan als griffier, en is openbaar uitgesproken op 1 oktober 2020. De beslissing betreft de toepassing van de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht, die betrekking hebben op de kostenveroordeling bij intrekking van het beroep.

Uitspraak

Datum uitspraak: 1 oktober 2020
19/1184 AW, 19/1185 en 20/864 AW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 5 februari 2019, 17/2542 en 18/409 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
de korpschef van politie (korpschef)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. S.G. Volbeda hoger beroep ingesteld.
De korpschef heeft op 20 januari 2020 een nieuwe beslissing op bezwaar genomen.
Bij brief van 3 maart 2020 heeft mr. S. de Leeuw-Oltmans namens appellant het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht de korpschef te veroordelen in de proceskosten.
De korpschef heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Vastgesteld wordt dat het hoger beroep is ingetrokken omdat de korpschef met de nieuwe beslissing op bezwaar van 20 januari 2020 aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen.
De Raad ziet aanleiding om de korpschef te veroordelen in de kosten die appellant in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 525,- in hoger beroep.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt de korpschef in de kosten van appellant tot een bedrag van € 525,-.
Deze uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van N. Khachatryan als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 1 oktober 2020.
(getekend) C.H. Bangma
(getekend) N. Khachatryan