In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant had een aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet ingediend, maar deze was afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Nuenen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de appellant niet voldoende informatie had verstrekt over zijn woonsituatie en niet was verschenen op meerdere gesprekken die waren uitgenodigd om zijn situatie te verduidelijken. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant in strijd met zijn inlichtingenverplichting heeft gehandeld door niet op de uitnodigingen te verschijnen en geen relevante informatie te verstrekken. De Raad heeft de argumenten van de appellant, waaronder claims van schending van zijn rechten onder internationale verdragen, verworpen. De Raad concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag om bijstand rechtmatig was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De uitspraak benadrukt het belang van volledige medewerking van de aanvrager bij het verstrekken van informatie die nodig is voor de beoordeling van een aanvraag om bijstand.