ECLI:NL:CRVB:2020:2330
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellant na medisch onderzoek door het Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. Appellant, die als developer werkte, had zich op 27 november 2017 ziek gemeld met psychische klachten. Het Uwv beëindigde zijn Ziektewet-uitkering per 5 april 2018, na te hebben vastgesteld dat appellant geschikt was voor zijn maatgevende arbeid. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen van het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen aanleiding was om de uitkomst van dit onderzoek te betwisten. Appellant voerde aan dat zijn ziektebeeld al langer speelde en dat er beperkingen waren die hem verhinderden om te werken. De Raad bevestigde echter dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep op inzichtelijke wijze had gemotiveerd dat er geen medische argumenten waren om aan te nemen dat werkhervatting schadelijk zou zijn. De Raad concludeerde dat het Uwv op goede gronden de ZW-uitkering had beëindigd en dat het hoger beroep van appellant niet slaagde. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.