ECLI:NL:CRVB:2020:233
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening scootmobiel op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een scootmobiel op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. De Centrale Raad van Beroep heeft op 15 januari 2020 uitspraak gedaan. De aanvraag van appellante werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, omdat de scootmobiel niet langdurig noodzakelijk zou zijn. Het college baseerde deze beslissing op een medisch advies van het Indicatieadviesbureau Amsterdam (IAB) van 20 december 2017, waarin werd gesteld dat appellante, ondanks haar knieklachten, geen scootmobiel nodig had. De Raad oordeelt dat het college het bestreden besluit terecht op dit advies heeft gebaseerd en dat er geen reden is om aan de zorgvuldigheid of de juistheid van het advies te twijfelen. Appellante had aangevoerd dat haar klachten en beperkingen zouden moeten leiden tot het toepassen van de hardheidsclausule, maar de Raad ziet geen omstandigheden die dit rechtvaardigen. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.