ECLI:NL:CRVB:2020:232
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstand bij vrijwillig ontslag zonder overleg met klantmanager
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die zijn baan als orderpicker had opgezegd zonder overleg met zijn klantmanager, was in geschil met het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam over de rechtmatigheid van de verlaging van zijn bijstand. Het college had bij besluit van 7 juli 2016, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 11 november 2016, de bijstand van appellant met 100% verlaagd voor de duur van één maand, ingaande op 1 augustus 2016.
De appellant voerde aan dat hem niet kon worden verweten dat hij zijn arbeid niet had behouden, omdat hij onder ongunstige omstandigheden moest werken. De Raad oordeelde echter dat appellant had moeten overleggen met zijn klantmanager voordat hij zijn baan opzegde. De omstandigheden die appellant aanvoerde, zoals het moeten fietsen van 12 kilometer naar het werk en het feit dat hij soms direct naar huis werd gestuurd, waren niet voldoende om te concluderen dat hij geen verwijt kon worden gemaakt. De Raad bevestigde dat appellant had moeten proberen een oplossing te vinden in overleg met zijn klantmanager.
Uiteindelijk oordeelde de Centrale Raad van Beroep dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de beslissing werd in het openbaar uitgesproken.