ECLI:NL:CRVB:2020:232

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
14 januari 2020
Publicatiedatum
3 februari 2020
Zaaknummer
17/5642 PW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.T.H. Zimmerman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlaging van bijstand bij vrijwillig ontslag zonder overleg met klantmanager

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die zijn baan als orderpicker had opgezegd zonder overleg met zijn klantmanager, was in geschil met het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam over de rechtmatigheid van de verlaging van zijn bijstand. Het college had bij besluit van 7 juli 2016, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 11 november 2016, de bijstand van appellant met 100% verlaagd voor de duur van één maand, ingaande op 1 augustus 2016.

De appellant voerde aan dat hem niet kon worden verweten dat hij zijn arbeid niet had behouden, omdat hij onder ongunstige omstandigheden moest werken. De Raad oordeelde echter dat appellant had moeten overleggen met zijn klantmanager voordat hij zijn baan opzegde. De omstandigheden die appellant aanvoerde, zoals het moeten fietsen van 12 kilometer naar het werk en het feit dat hij soms direct naar huis werd gestuurd, waren niet voldoende om te concluderen dat hij geen verwijt kon worden gemaakt. De Raad bevestigde dat appellant had moeten proberen een oplossing te vinden in overleg met zijn klantmanager.

Uiteindelijk oordeelde de Centrale Raad van Beroep dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de beslissing werd in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

17.5642 PW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 14 juli 2017, 16/7913 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (college)
Datum uitspraak: 14 januari 2020
Zitting heeft: J.T.H. Zimmerman
Griffier: L. Hagendijk
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 januari 2020. Namens appellant is verschenen mr. M.A. van Hoof, advocaat. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door drs. H. van Golberdinge.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
1. Appellant heeft op eigen initiatief en zonder overleg met zijn klantmanager zijn baan als orderpicker bij het [naam bedrijf] te [vestigingsplaats] opgezegd. In geschil is of het college terecht bij besluit van 7 juli 2016, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 11 november 2016, bij wijze van maatregel de bijstand van appellant met ingang van 1 augustus 2016 gedurende 1 maand met 100% heeft verlaagd.
2. Appellant heeft aangevoerd dat hem niet kan worden verweten dat hij zijn arbeid niet heeft behouden. Deze beroepsgrond slaagt niet. De gestelde omstandigheid dat hij ’s nachts 12 kilometer naar het werk moest fietsen en daar pas te horen kreeg of hij moest werken, en de omstandigheid dat het ook is voorgekomen dat hij direct naar huis werd gestuurd, maken niet dat hij al hierom zijn baan had mogen opzeggen. Het had op de weg van appellant gelegen over de gang van zaken eerst in overleg te treden met zijn klantmanager om bijvoorbeeld naar een oplossing te zoeken of in contact met de werkgever te treden, teneinde zijn werk te behouden. Al hierom kan niet worden gezegd dat elke vorm van verwijtbaarheid aan de kant van appellant ontbreekt.
3. Het hoger beroep slaagt niet. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) L. Hagendijk (getekend) J.T.H. Zimmerman