ECLI:NL:CRVB:2020:2199
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 september 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellant was eerder op de hoogte gesteld van de verschuldigdheid van het griffierecht van € 128,- en had meerdere herinneringen ontvangen. Ondanks een beroep op betalingsonmacht, werd dit afgewezen omdat appellant niet voldeed aan de criteria. De Raad oordeelde dat op basis van de beschikbare gegevens redelijkerwijs niet kon worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim was geweest. Hierdoor werd het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder verder onderzoek. De uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, met E. Blijleven-de Vries als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.