Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
24 maart 2020 dit verzoek ingewilligd en de termijn voor het indienen van de beroepsgronden verlengd tot en met 16 april 2020.
Centrale Raad van Beroep
Op 18 augustus 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/398 PW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat de appellant, vertegenwoordigd door F. Elidrissi, de gronden van het beroep niet tijdig heeft ingediend. Volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient het beroepschrift de gronden van het beroep te bevatten, en deze bepaling is ook van toepassing op hoger beroep. De gemachtigde van appellant kreeg meerdere kansen om de gronden in te dienen, maar heeft de gestelde termijnen niet nageleefd. De Raad heeft de termijn voor het indienen van de beroepsgronden verlengd, maar de gemachtigde heeft deze termijn ongebruikt laten verstrijken. Uiteindelijk zijn de beroepsgronden pas op 1 juni 2020 ingediend, wat te laat was. De omstandigheden die door de gemachtigde zijn aangevoerd, zoals ziekte en het niet kunnen bereiken van de cliënt, werden niet als voldoende reden gezien om het verzuim te verontschuldigen. De Raad heeft daarom besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren zonder verder onderzoek. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen zes weken na verzending van het afschrift.