ECLI:NL:CRVB:2020:1774
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van uitspraak inzake griffierecht niet tijdig betaald
Op 6 augustus 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/207 AOW. Verzoekster, woonachtig in Marokko, had verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 1 augustus 2019 (19/1915). De zaak betrof de niet-tijdige betaling van het griffierecht van € 128,-. Verzoekster was herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht binnen een bepaalde termijn te betalen, maar heeft dit niet gedaan. De Raad oordeelde dat op basis van de beschikbare gegevens niet kon worden vastgesteld dat verzoekster niet in verzuim was. Hierdoor werd het verzoek om herziening kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder verder onderzoek. De uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, met T. Hemelrijk-van den Oudenalder als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken en belanghebbenden kunnen binnen zes weken verzet aantekenen tegen deze uitspraak.