ECLI:NL:CRVB:2020:1725
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 4 augustus 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/823 PW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. De appellante, vertegenwoordigd door mr. I. Car, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 14 januari 2020. In de aanloop naar de uitspraak is appellante herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht van € 131,-. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig voldaan, wat heeft geleid tot de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest. De uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, met E. Blijleven-de Vries als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.