ECLI:NL:CRVB:2020:1662
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering op grond van onvoldoende informatie over onroerend goed
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant had een aanvraag om bijstandsuitkering ingediend, maar deze was door het college van burgemeester en wethouders van Oldambt afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de appellant niet alle benodigde informatie had verstrekt over zijn financiële situatie, met name over zijn bezit van onroerend goed in Curaçao en Duitsland en de inkomsten uit verhuur daarvan.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant onvoldoende duidelijkheid heeft gegeven over het aantal panden dat hij bezit, de verhuur en de exacte omvang van de huurinkomsten. Ondanks dat de appellant stelde dat hij niet in staat was om aan zijn hypotheekverplichtingen te voldoen en dat de banken de huurpenningen onder zich hielden, heeft hij geen verifieerbare gegevens overgelegd die zijn financiële situatie in de te beoordelen periode konden onderbouwen.
De Raad concludeert dat het college terecht de aanvraag om bijstand heeft afgewezen, omdat de appellant niet aan zijn wettelijke inlichtingenverplichting heeft voldaan. Hierdoor kon het recht op bijstand niet worden vastgesteld. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.