ECLI:NL:CRVB:2020:1626
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 28 juli 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/463 PW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. Appellante had eerder een verzoek ingediend om vrijstelling van het griffierecht, maar dit verzoek werd afgewezen. De Raad had appellante herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 131,00 tijdig te betalen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat appellante niet in verzuim was geweest. Hierdoor kon het hoger beroep niet inhoudelijk worden behandeld. De uitspraak is gedaan door rechter E.C.R. Schut, in aanwezigheid van griffier T. Hemelrijk-van den Oudenalder. De beslissing is openbaar uitgesproken en appellante heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak schriftelijk verzet te doen.