ECLI:NL:CRVB:2020:1551

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 juli 2020
Publicatiedatum
22 juli 2020
Zaaknummer
19/1633 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag nabestaandenuitkering ANW wegens gebrek aan verzekering

In deze zaak heeft appellante, woonachtig in Marokko, een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot op 9 augustus 2017. Haar echtgenoot had van 1968 tot 1982 in Nederland gewoond en gewerkt, maar was in 1982 met een arbeidsongeschiktheidsuitkering naar Marokko teruggekeerd. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft de aanvraag afgewezen op de grond dat de echtgenoot van appellante op de datum van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW, aangezien hij niet in Nederland woonde of werkte. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.

De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en vastgesteld dat er geen bewijs was van premiebetaling voor de vrijwillige verzekering en dat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was onder de Marokkaanse wetgeving. De Raad oordeelde dat de bepalingen van de ANW dwingendrechtelijk zijn en dat de Svb terecht heeft beslist dat appellante geen recht heeft op een nabestaandenuitkering. Het hoger beroep van appellante is dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak is bevestigd.

De uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van A.L. Abdoellakhan als griffier, en is openbaar uitgesproken op 20 juli 2020. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

19.1633 ANW

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 1 maart 2019, 18/2600 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (Marokko) (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 20 juli 2020
PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft afgezien van het indienen van een verweerschrift.
Appellante heeft nadere stukken ingezonden
.
Geen van de partijen heeft binnen de gestelde termijn verklaard gebruik te willen maken van het recht (nader) ter zitting te worden gehoord, waarna de Raad het onderzoek met toepassing van artikel 8:57, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht heeft gesloten.

OVERWEGINGEN

1.1.
Appellante woont in Marokko. Haar echtgenoot heeft in Nederland gewoond en gewerkt van 1968 tot 1982. In 1982 is hij met een arbeidsongeschiktheidsuitkering naar Marokko teruggekeerd. Daar is hij overleden op 9 augustus 2017. Hij ontving ten tijde van zijn overlijden een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet.
1.2.
Appellante heeft een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) aangevraagd. Bij besluit van 21 december 2017 heeft de Svb deze aanvraag afgewezen op de grond dat de echtgenoot van appellante op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. Bij beslissing op bezwaar van 2 februari 2018 (bestreden besluit) heeft de Svb het bezwaar van appellante tegen het besluit van 21 december 2017 ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Hiertoe heeft de rechtbank overwogen dat de echtgenoot van appellante op de datum van zijn overlijden niet in Nederland woonde of werkte. Dit betekent dat hij ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. Het aan de echtgenoot van appellante toegekende ouderdomspensioen leidt ook niet tot verplichte verzekering voor de ANW. Er zijn geen stukken overgelegd waaruit premiebetaling voor de vrijwillige verzekering blijkt. Verder is vastgesteld dat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was ingevolge de wetgeving van Marokko. Wat appellante heeft aangevoerd over haar gezondheid en kinderen kan niet leiden tot toekenning van een nabestaandenuitkering. De bepalingen van de ANW zijn dwingendrechtelijk van aard, waarvan de Svb niet kan afwijken. De Svb heeft terecht beslist dat appellante geen recht heeft op een nabestaandenuitkering.
3. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij de zorg heeft voor haar kinderen en dat haar echtgenoot een ouderdomspensioen ontving.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
Het oordeel van de rechtbank en de daaraan ten grondslag liggende overwegingen worden ten volle onderschreven. Hetgeen appellante in hoger beroep heeft aangevoerd kan niet tot een ander oordeel leiden.
5. Uit het voorgaande volgt dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
6. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van A.L. Abdoellakhan als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 juli 2020.
(getekend) M.A.H. van Dalen-van Bekkum
(getekend) A.L. Abdoellakhan
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH Den Haag) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen over het begrip verzekerde.

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale), statue:
confirme la décision attaquée.
Par conséquent, décidée par M.A.H. van Dalen-van Bekkum en présence de A.L. Abdoellakhan en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 20-07-2020.
Les intéressés et les organes d'administration auront le droit à présenter une opposition écrite contre la présente décision, dans les six semaines suivantes à la notification de la copie, à la Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale), Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT.
L'intéressé présentant l'opposition pourra demander d'avoir l'opportunité d'être entendu sur son opposition.