ECLI:NL:CRVB:2020:1455
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.H. Bangma
- P.A.M. Hulsdouw
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken van beroepsgronden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 juli 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van drie appellanten tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. D.C. Coppens, hebben hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van 23 januari 2020, maar hebben verzuimd om de benodigde beroepsgronden in te dienen. De Raad heeft vastgesteld dat het beroepschrift geen gronden bevatte, wat in strijd is met artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De gemachtigde van de appellanten is meerdere keren in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, maar heeft geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheden. De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat er geen redenen zijn aangevoerd die het verzuim zouden kunnen verontschuldigen. Hierdoor heeft de Raad geconcludeerd dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en de appellanten zijn geïnformeerd over hun recht om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.