ECLI:NL:CRVB:2020:1384
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling geschiktheid ambtenaar voor functie na medische ongeschiktheid en verlaging van bezoldiging
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 juli 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die als burgerambtenaar werkzaam was bij het ministerie van Defensie. De appellant was om medische redenen niet in staat zijn functie volledig uit te oefenen, wat leidde tot een verlaging van zijn bezoldiging tot 70% door de staatssecretaris van Defensie. De appellant had in 2015 en 2016 twee keer een onwelwording gehad, die door zijn neuroloog als epileptische aanvallen waren gediagnosticeerd. De staatssecretaris baseerde zijn besluit om de bezoldiging te verlagen op de Regeling eisen geschiktheid 2000, die strenge eisen stelt aan het beschikken over een rijbewijs van groep 2 in geval van meerdere epileptische aanvallen.
De rechtbank Noord-Holland had eerder het beroep van de appellant tegen het besluit van de staatssecretaris ongegrond verklaard. In hoger beroep voerde de appellant aan dat de onwelwordingen niet als epileptische aanvallen gediagnosticeerd waren en dat hij dus geschikt was voor zijn functie. De Raad oordeelde echter dat de staatssecretaris op goede gronden had geconcludeerd dat de appellant om medische redenen ongeschikt was voor zijn functie. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van medische geschiktheid voor functies binnen de overheid, vooral wanneer deze functies vereisen dat men over specifieke rijbewijzen beschikt. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en voegde hieraan toe dat de conclusies van de neuroloog en de deskundige in de zaak goed onderbouwd waren.