ECLI:NL:CRVB:2020:1332
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 30 juni 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 19/4305 PW. Het hoger beroep van appellant is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellant had eerder een beroep op betalingsonmacht gedaan, maar de Raad heeft vastgesteld dat de benodigde informatie niet tijdig was aangeleverd. De appellant was herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht te betalen en op de gevolgen van het niet tijdig betalen. Ondanks meerdere herinneringen en de mogelijkheid om te reageren op verzoeken om aanvullende informatie, heeft appellant niet voldaan aan de betalingsverplichtingen. De Raad concludeert dat er geen reden is om aan te nemen dat appellant niet in verzuim is geweest. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechter en de griffier.