ECLI:NL:CRVB:2020:1331
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 30 juni 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/363 PW. Het hoger beroep was ingesteld door de appellant, vertegenwoordigd door mr. A.A. Namaki, tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland van 16 december 2019. De Centrale Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 131,00 niet binnen de gestelde termijn was betaald. De gemachtigde van de appellant was herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met duidelijke deadlines. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig voldaan, waardoor de Centrale Raad oordeelde dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokken partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending van het afschrift.