ECLI:NL:CRVB:2020:1330
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 juni 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 13 februari 2020. Appellant, vertegenwoordigd door mr. A.A. Namaki, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank, maar heeft verzuimd het verschuldigde griffierecht van € 131,00 tijdig te betalen. De gemachtigde van appellant is herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met duidelijke termijnen voor betaling. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat appellant niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending van het afschrift.