ECLI:NL:CRVB:2020:1304
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 25 juni 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/218 WUV. De appellant, woonachtig in Canada, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, dat op 19 december 2019 was genomen. In deze procedure werd de appellant gewezen op de verplichting om griffierecht te betalen, welke termijn niet is nageleefd. Ondanks herhaalde aanmaningen, waaronder een brief van 30 januari 2020 en een aangetekende brief van 1 maart 2020, is het griffierecht van € 48,- niet tijdig voldaan. Hierdoor kon de Centrale Raad van Beroep niet anders dan het beroep als kennelijk niet-ontvankelijk verklaren. De uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in aanwezigheid van griffier T. Hemelrijk-van den Oudenalder, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de appellant heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet aan te tekenen.