ECLI:NL:CRVB:2020:1301
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 25 juni 2020 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 20/664 ANW. De zaak betreft een niet-ontvankelijk verklaring van het hoger beroep, omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. Appellante is op 19 februari 2020 en opnieuw op 21 maart 2020 schriftelijk geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht van € 131,- en de termijn waarbinnen dit bedrag betaald diende te worden. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig voldaan, waardoor de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in aanwezigheid van griffier E. Blijleven-de Vries. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet aan te tekenen.