ECLI:NL:CRVB:2020:1295
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake militair invaliditeitspensioen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 juni 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 10 januari 2020. Verzoeker, die een militair registratienummer had ontvangen, stelde dat hij op basis hiervan recht had op een militair invaliditeitspensioen en de bijbehorende voorzieningen. Hij voerde aan dat een brief van de staatssecretaris van Defensie, gedateerd 4 december 2019, hem het vertrouwen had gegeven dat zijn verzoek zou worden ingewilligd.
De Raad heeft echter geoordeeld dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die voldoen aan de eisen van artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt dat herziening van een onherroepelijke uitspraak alleen mogelijk is op basis van nieuwe feiten of omstandigheden die niet eerder bekend waren en die tot een andere uitspraak zouden kunnen leiden. De Raad benadrukte dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak.
De Raad concludeerde dat de brief van 4 december 2019 geen nieuw feit of omstandigheid opleverde, aangezien deze enkel betrekking had op een verzoek aan verzoeker om een vragenlijst in te vullen over de dienstverlening van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om herziening dan ook afgewezen, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.