ECLI:NL:CRVB:2020:1290
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Kostenveroordeling na intrekken hoger beroep vanwege alsnog tegemoetkomen aan bezwaren
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 17/7877 PW. De appellant, vertegenwoordigd door mr. G.A.S. Maduro, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam had op 7 november 2019, onder intrekking van een eerder besluit, bijstand toegekend aan de appellant voor de periode van 7 april 2016 tot en met 27 juli 2016. Na deze toekenning heeft de appellant zijn hoger beroep ingetrokken en verzocht om een kostenveroordeling voor de gemaakte proceskosten in bezwaar, beroep en hoger beroep. Het college heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is achterwege gelaten.
De Raad voor de Rechtspraak heeft overwogen dat, volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener. Aangezien het college met het nieuwe besluit grotendeels aan de bezwaren van de appellant is tegemoetgekomen, heeft de Raad besloten het college te veroordelen in de proceskosten. De kosten zijn begroot op € 1.050,- voor bezwaar, € 1.050,- voor beroep en € 525,- voor hoger beroep, wat resulteert in een totaalbedrag van € 2.625,- dat het college aan de appellant moet vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. E.C.R. Schut, in aanwezigheid van griffier P.A.M. Hulsdouw, en is openbaar uitgesproken op 16 juni 2020.