ECLI:NL:CRVB:2020:1277
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A.H. van Dalen-van Bekkum
- T. Hemelrijk-van den Oudenalder
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens te late indiening van het beroepschrift
Op 18 juni 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/592 ANW. Het hoger beroep was ingesteld door appellante, die haar beroepschrift niet tijdig had ingediend. De uitspraak waartegen het hoger beroep was ingesteld, was op 8 november 2019 door de rechtbank Amsterdam gedaan. De termijn voor het indienen van het beroepschrift bedraagt zes weken, en begint te lopen vanaf de dag na de bekendmaking van de uitspraak aan de partijen. In dit geval was het beroepschrift op 6 februari 2020 ontvangen, maar de poststempel op de envelop gaf aan dat het pas op 23 januari 2020 ter post was bezorgd. Hierdoor werd geoordeeld dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend.
De Centrale Raad van Beroep overwoog dat indien een beroepschrift na afloop van de termijn wordt ingediend, het niet-ontvankelijk kan worden verklaard, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Appellante had niet gereageerd op een verzoek om uitleg over de termijnoverschrijding, wat de Raad deed besluiten dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De Raad besloot zonder verder onderzoek en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak schriftelijk verzet te doen.