ECLI:NL:CRVB:2020:1182
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel, waarbij hij niet-ontvankelijk werd verklaard vanwege het niet voldoen aan het griffierecht. De Centrale Raad van Beroep heeft op 9 juni 2020 uitspraak gedaan in deze kwestie. De appellant had een beroep op betalingsonmacht gedaan, maar de Raad heeft vastgesteld dat hij niet aan de criteria voor betalingsonmacht voldeed. Gedurende het proces heeft de Raad appellant herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht te betalen en de gevolgen van het niet tijdig betalen. Ondanks meerdere verzoeken om informatie en het indienen van bewijsstukken, heeft appellant niet voldaan aan de betalingsverplichtingen. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan proceskosten en de consequenties van het niet naleven van deze verplichtingen. De beslissing is genomen zonder verdere inhoudelijke behandeling van het hoger beroep, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.