ECLI:NL:CRVB:2020:1166
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 22 maart 2019. De Centrale Raad van Beroep heeft op 2 juni 2020 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De reden hiervoor is dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. Appellant had verzocht om vrijstelling van het griffierecht, maar dit verzoek werd afgewezen omdat hij niet de gevraagde inkomensspecificaties had overgelegd. Ondanks meerdere herinneringen en aanmaningen om het griffierecht te betalen, heeft appellant dit niet tijdig gedaan. De Raad heeft vastgesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat appellant niet in verzuim is geweest. Hierdoor kon het hoger beroep niet inhoudelijk worden behandeld. De uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, met P.A.M. Hulsdouw als griffier, en is openbaar uitgesproken op 2 juni 2020.