ECLI:NL:CRVB:2020:1148
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 mei 2020 uitspraak gedaan over het hoger beroep van een appellant tegen de Minister van Economische Zaken, Directie Bedrijfsvoering. Het hoger beroep was ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 16 februari 2016. De Raad oordeelde dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend, aangezien het op 27 augustus 2019 digitaal was ontvangen, terwijl de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt en begon op de dag na de bekendmaking van de aangevallen uitspraak. De appellant had aangevoerd dat hij in moeilijke persoonlijke omstandigheden verkeerde en dat zijn vertrouwen in de rechtspraak was gedaald, maar deze redenen werden niet als verschoonbaar beschouwd. De Raad benadrukte dat er geen uitzonderingen op de termijnoverschrijding konden worden gemaakt, tenzij er sprake was van verschoonbare redenen, wat hier niet het geval was. De Raad verklaarde het hoger beroep derhalve niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.