Uitspraak
17.5943 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 mei 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant, die sinds 2 september 2015 bijstand ontving op basis van de Participatiewet, had niet gemeld dat hij schoonmaakwerkzaamheden verrichtte voor een Bed & Breakfast, wat leidde tot een schatting van zijn inkomsten. Het dagelijks bestuur van Werkzaak Rivierenland had de bijstand van de appellant verlaagd en teruggevorderd, omdat hij zijn inlichtingenverplichting had geschonden door niet te melden dat hij was verhuisd en dat hij werkzaamheden verrichtte die op geld waardeerbaar waren. De Raad heeft vastgesteld dat de verklaringen van de appellant en de verhuurster voldoende bewijs boden voor de herziening van de bijstand. De Raad oordeelde dat de intrekking van de bijstand per 14 juni 2016 terecht was, omdat de appellant zijn verhuizing niet tijdig had doorgegeven. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af.