ECLI:NL:CRVB:2020:1130
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverlening en kostendelersnorm met betrekking tot commerciële huurprijs
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 mei 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellante, die sinds 3 februari 1995 bijstand ontvangt, heeft een kamerhuurcontract overgelegd met een medebewoner, X, die sinds 18 oktober 1993 op haar adres woont. Het college van burgemeester en wethouders van Diemen heeft de bijstand van appellante herzien met toepassing van de kostendelersnorm, waarbij werd uitgegaan van één kostendeler, X. Appellante heeft geen bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar heeft later in hoger beroep gesteld dat er sprake is van een commerciële huurrelatie met X.
De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, omdat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een commerciële huurprijs. In hoger beroep heeft appellante bankafschriften overgelegd waaruit huurbetalingen van X blijken, maar het college heeft zijn standpunt gehandhaafd dat de huurprijs van € 210,- per maand niet als commercieel kan worden aangemerkt. De Raad heeft overwogen dat de huurprijs aanzienlijk lager is dan de maximale huurprijs volgens de huurprijscheck en dat er geen bewijs is van indexering van de huurprijs gedurende 23 jaar.
De Raad heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van een commerciële huurprijs en dat het hoger beroep van appellante niet slaagt. De aangevallen uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.