ECLI:NL:CRVB:2020:1108
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht en ontbreken beroepsgronden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 mei 2020 uitspraak gedaan over het hoger beroep van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht van € 128,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. De appellant was op meerdere momenten gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar heeft deze verplichting niet nagekomen.
Daarnaast bevatte het ingediende beroepschrift geen gronden, wat ook in strijd is met de vereisten zoals gesteld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De appellant kreeg de kans om dit verzuim te herstellen, maar heeft ook deze gelegenheid ongebruikt laten verstrijken. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat de appellant niet in verzuim was geweest.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig voldoen aan proceskosten en het indienen van een volledig beroepschrift. De Centrale Raad van Beroep heeft besloten het hoger beroep zonder verder onderzoek niet-ontvankelijk te verklaren, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak.