ECLI:NL:CRVB:2020:1086
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. C.J. van der Have, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De Centrale Raad van Beroep heeft op 12 mei 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 19/4426 PW. De zaak betreft een niet-ontvankelijkverklaring van het hoger beroep omdat het griffierecht van € 128,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. De gemachtigde van appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met duidelijke deadlines. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig voldaan, waardoor de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, met D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken en appellante heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak schriftelijk verzet te doen.