ECLI:NL:CRVB:2019:825

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
26 februari 2019
Publicatiedatum
14 maart 2019
Zaaknummer
17-7803 PW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Delft inzake arbeidsongeschiktheid en arbeidsverplichtingen

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Delft. Appellante ontvangt sinds 7 december 2007 bijstand en heeft op 28 september 2015 een ongeval gehad, waardoor zij lichamelijk ernstig beperkt is. Het college heeft appellante meegedeeld dat zij onderworpen is aan arbeids- en re-integratieverplichtingen. Na bezwaar van appellante heeft Salude Deskundige Dienst op verzoek van het college een medisch en arbeidskundig onderzoek verricht. Salude concludeert dat appellante slechts in staat is om gedurende drie dagen per week een uur per dag vrijwilligerswerk te verrichten.

Op basis van het advies van Salude heeft het college appellante bij besluit van 14 juni 2017 vrijgesteld van het merendeel van de arbeidsverplichtingen. Echter, bij een later besluit op 17 juli 2017 heeft het college het bezwaar van appellante tegen het besluit van 14 juni 2017 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep tegen dit bestreden besluit ongegrond verklaard. Appellante is het hier niet mee eens en gaat in hoger beroep.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat uit artikel 9, lid 5, van de Participatiewet (PW) volgt dat de arbeidsverplichtingen niet van toepassing zijn op iemand die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. Het rapport van Salude toont aan dat appellante duurzaam beperkt belastbaar is en dat de afstand tot de arbeidsmarkt niet te overbruggen is. De rechtbank en het college hebben dit niet onderkend, waardoor het hoger beroep slaagt. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd, het beroep wordt gegrond verklaard en het college wordt veroordeeld in de proceskosten van appellante.

Uitspraak

17.7803 PW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 27 november 2017, 17/5618 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Delft (college)
Datum uitspraak: 26 februari 2019
Zitting heeft: M. Hillen
Griffier: Y. Itkal
Ter zitting is voor appellante mr. R.D. Autar, advocaat, verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door L.J.M. Kok LLM.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
  • vernietigt de aangevallen uitspraak;
  • verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 17 juli 2017;
  • herroept het besluit van 14 juni 2017;
  • beslist dat appellante wordt vrijgesteld van alle verplichtingen als bedoeld in artikel 9, aanhef en sub a tot en met c, van de Participatiewet (PW) en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 17 juli 2017;
  • veroordeelt het college in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 2048,-;
  • bepaalt dat het college aan appellant het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 170,- vergoedt.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
Appellante, die vanaf 7 december 2007 bijstand ontvangt, heeft op 28 september 2015 een ongeval gehad, waardoor zij lichamelijk ernstig beperkt is. In 2015 heeft het college appellante meegedeeld dat op haar de arbeids- en re-integratieverplichtingen alsmede de verplichting tot het leveren van een tegenprestatie van toepassing zijn. Na bezwaar van appellante heeft Salude Deskundige Dienst (Salude) op verzoek van het college medisch en arbeidskundig onderzoek verricht en advies uitgebracht. Appellante is volgens Salude lichamelijk ernstig beperkt en slechts in staat gedurende drie dagen per week gedurende een uur per dag vrijwilligerswerk te verrichten.
Ter uitvoering van het advies van Salude heeft het college appellante bij besluit van
14 juni 2017 vrijgesteld van het merendeel van de arbeidsverplichtingen. Bij besluit van
17 juli 2017 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar tegen het besluit van
14 juni 2017 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
Uit artikel 9, lid 5, van de PW volgt dat de arbeidsverplichtingen als bedoeld in artikel 9, aanhef en onder a tot en met c van de PW niet van toepassing zijn op de betrokkene die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is als bedoeld in artikel 4 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Uit het rapport van Salude blijkt dat de verzekeringsarts appellante duurzaam blijvend uiterst beperkt belastbaar acht. Vervolgens komt de arbeidsdeskundige tot de slotsom dat de afstand tot de arbeidsmarkt (duurzaam) niet te overbruggen is. Daarmee is gegeven dat appellante op arbeidskundige gronden volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en ontvalt de grondslag aan het bestreden besluit. De rechtbank en het college hebben dit niet onderkend.
Gelet hierop slaagt het hoger beroep.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) Y. Itkal (getekend) M. Hillen
md