ECLI:NL:CRVB:2019:824
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan actueel procesbelang bij arbeidsverplichtingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland van 5 april 2018. De zaak betreft een geschil tussen appellanten, vertegenwoordigd door mr. J.M.E. van der Haar, en het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen. De Centrale Raad heeft het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat appellanten geen actueel procesbelang meer hadden bij de beoordeling van het hoger beroep.
De achtergrond van de zaak is als volgt: het college heeft op 16 juni 2017 aan appellante meegedeeld dat de arbeidsverplichtingen, zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de PW, op haar van toepassing zijn met een urenbeperking tot twintig uur per week tot 1 januari 2018. Dit besluit werd door appellante bestreden, maar het college verklaarde het bezwaar ongegrond bij besluit van 4 oktober 2017. Vervolgens heeft het college op 25 september 2018 opnieuw aan appellante meegedeeld dat de arbeidsverplichtingen op haar van toepassing zijn.
De Centrale Raad overwoog dat het college geen maatregel heeft opgelegd wegens het niet nakomen van de arbeidsverplichtingen en dat er geen aanleiding is om een maatregel over de afgesloten periode van 16 juni 2017 tot 25 september 2018 te overwegen. Hierdoor was er geen actueel procesbelang meer voor appellanten, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.