Uitspraak
BESLISSING
Raad aan appellant wordt terugbetaald.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 februari 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Het hoger beroep was niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet tijdig was betaald en het hogerberoepschrift niet op tijd was ingediend. De Raad heeft vastgesteld dat de laatste dag voor het indienen van een verzetschrift 21 november 2018 was. Het door appellant ingediende verzetschrift was gedateerd op 5 november 2018, maar werd pas op 29 november 2018 door de Raad ontvangen, wat betekent dat de termijn voor indiening was overschreden. Appellant heeft geen verklaring gegeven voor deze termijnoverschrijding, en er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die deze overschrijding verschoonbaar maken. Daarom heeft de Raad het verzet niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is bepaald dat het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 126,- door de griffier aan appellant zal worden terugbetaald. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.