ECLI:NL:CRVB:2019:671
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake AOW
Op 15 februari 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 18/4375 AOW-V. Deze uitspraak betreft het verzet van appellante tegen een eerdere beslissing waarbij haar hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad heeft vastgesteld dat appellante in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die erop wijzen dat zij niet in verzuim is geweest. Appellante had aangevoerd dat de post van en naar Nederland ongeveer acht weken onderweg is, wat haar zou hebben belet om tijdig hoger beroep in te dienen. Echter, de Raad oordeelt dat deze stelling niet met bewijsstukken is onderbouwd, waardoor het verzet ongegrond wordt verklaard.
De uitspraak is gedaan in het kader van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de Raad de procedurele aspecten van het hoger beroep heeft beoordeeld. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing benadrukt dat voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet geen aanleiding is. De uitspraak is openbaar gedaan en is ondertekend door de voorzitter H.C.P. Venema en de griffier M.A.A. Traousis. De uitspraak is een bevestiging van de eerdere beslissing en onderstreept het belang van tijdige indiening van rechtsmiddelen in bestuursrechtelijke procedures.