ECLI:NL:CRVB:2019:4319
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens overschrijding van de termijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 december 2019 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Het hoger beroep was eerder niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De appellant, woonachtig in Marokko, had zijn hogerberoepschrift gedateerd op 6 maart 2019, maar dit was pas op 12 april 2019 bij de Raad ontvangen, terwijl de termijn voor indiening op 3 april 2019 was verstreken. Appellant heeft in zijn verzet aangevoerd dat hij wegens ziekte niet in staat was om tijdig hoger beroep in te stellen. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellant geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen rechtvaardigen dat hij niet in verzuim was. Er zijn geen bewijsstukken overgelegd die aantonen dat hij gedurende de gehele beroepstermijn niet in staat was om zijn belangen te behartigen. De Raad heeft daarom het verzet ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van griffier E.D. de Jong, en is openbaar uitgesproken op 20 december 2019.