ECLI:NL:CRVB:2019:4293
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- C.H. Bangma
- E.D. de Jong
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake WMO
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 december 2019 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Het hoger beroep was niet tijdig ingediend, aangezien de laatste dag voor indiening 16 mei 2019 was en het hogerberoepschrift pas op 24 mei 2019 was ontvangen. Appellant, vertegenwoordigd door mr. D. Marcus, stelde dat het hogerberoepschrift op 15 mei 2019 via FalkCourier was verzonden, maar de Raad kon niet vaststellen dat dit document daadwerkelijk op tijd was verzonden of ontvangen. De Raad oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. De gemachtigde van appellant had geen objectieve bewijsstukken overgelegd die de tijdige verzending konden onderbouwen. De Raad benadrukte dat het risico van vertraging in de postbezorging voor rekening van de verzender komt. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door C.H. Bangma, in aanwezigheid van griffier E.D. de Jong, en werd openbaar uitgesproken op 20 december 2019.