ECLI:NL:CRVB:2019:4080
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake AOW
Op 17 december 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 19/1314 AOW-V. Het betreft een verzet tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 20 juni 2019, waarin het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard. De appellant had zijn hogerberoepschrift niet tijdig ingediend, en de Raad oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar konden maken. De laatste dag voor indiening was 6 maart 2019, maar het ingediende hogerberoepschrift was gedateerd op 14 maart 2019 en pas op 22 maart 2019 door de Raad ontvangen. Tijdens de zitting op 26 november 2019 zijn partijen niet verschenen, en de Raad heeft geconcludeerd dat de appellant in verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die de termijnoverschrijding zouden kunnen rechtvaardigen. De Raad heeft daarom het verzet ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door C.H. Bangma, met R.H. Koopman als griffier.