ECLI:NL:CRVB:2019:398
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in het kader van bijstandsaanvraag voor oudere zelfstandige
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die bijstand voor levensonderhoud en een bedrijfskrediet had aangevraagd op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) 2004. Het college van burgemeester en wethouders van Nissewaard had de aanvraag van verzoeker afgewezen en het bezwaar hiertegen ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van verzoeker tegen deze beslissing eveneens ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting is vastgesteld dat verzoeker beoogde bijstand als oudere zelfstandige aan te vragen. De centrale vraag was of verzoeker voldeed aan de vereisten van het Bbz 2004, met name of hij uit zijn bedrijf een bruto inkomen zou behalen dat gemiddeld minstens € 7.697,- per boekjaar bedraagt. Verzoeker heeft een contra-expertise overgelegd en verzocht om dit als aangepast bedrijfsplan aan een extern adviesbureau voor te leggen. Het college heeft ter zitting toegezegd dit te zullen doen, waardoor verzoeker zijn doel met het verzoek om voorlopige voorziening heeft bereikt.
Het college heeft bovendien toegezegd de Raad binnen twee weken te informeren over de termijn waarbinnen het advies van het externe bureau zal worden uitgebracht. Dit advies zal van belang zijn voor de behandeling van het hoger beroep in de bodemprocedure. Verzoeker heeft ook verzocht om voorschotten op grond van de Participatiewet, maar het college heeft aangegeven dat voorschotten alleen verstrekt kunnen worden in het kader van een lopende aanvraag, en dat verzoeker een nieuwe aanvraag moet indienen omdat zijn eerdere aanvraag was afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en deze beslissing is in het openbaar uitgesproken. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.