ECLI:NL:CRVB:2019:398

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 januari 2019
Publicatiedatum
11 februari 2019
Zaaknummer
18/6064 BBZ-VV-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Stehouwer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in het kader van bijstandsaanvraag voor oudere zelfstandige

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die bijstand voor levensonderhoud en een bedrijfskrediet had aangevraagd op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) 2004. Het college van burgemeester en wethouders van Nissewaard had de aanvraag van verzoeker afgewezen en het bezwaar hiertegen ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van verzoeker tegen deze beslissing eveneens ongegrond verklaard.

Tijdens de zitting is vastgesteld dat verzoeker beoogde bijstand als oudere zelfstandige aan te vragen. De centrale vraag was of verzoeker voldeed aan de vereisten van het Bbz 2004, met name of hij uit zijn bedrijf een bruto inkomen zou behalen dat gemiddeld minstens € 7.697,- per boekjaar bedraagt. Verzoeker heeft een contra-expertise overgelegd en verzocht om dit als aangepast bedrijfsplan aan een extern adviesbureau voor te leggen. Het college heeft ter zitting toegezegd dit te zullen doen, waardoor verzoeker zijn doel met het verzoek om voorlopige voorziening heeft bereikt.

Het college heeft bovendien toegezegd de Raad binnen twee weken te informeren over de termijn waarbinnen het advies van het externe bureau zal worden uitgebracht. Dit advies zal van belang zijn voor de behandeling van het hoger beroep in de bodemprocedure. Verzoeker heeft ook verzocht om voorschotten op grond van de Participatiewet, maar het college heeft aangegeven dat voorschotten alleen verstrekt kunnen worden in het kader van een lopende aanvraag, en dat verzoeker een nieuwe aanvraag moet indienen omdat zijn eerdere aanvraag was afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en deze beslissing is in het openbaar uitgesproken. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

18.6064 BBZ-VV-PV

Centrale Raad van Beroep
Voorzieningenrechter
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening
Partijen:
[Verzoeker] te [woonplaats] (verzoeker)
het college van burgemeester en wethouders van Nissewaard (college)
Datum uitspraak: 24 januari 2019
Zitting heeft: A. Stehouwer als voorzieningenrechter
Griffier: A.M. Pasmans
Verzoeker is in persoon verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door L. Julia.

BESLISSING

De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen:
1. Het college heeft een aanvraag van verzoeker om bijstand voor levensonderhoud en een bedrijfskrediet op grond van het Bbz 2004 afgewezen en het hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
2. Ter zitting is vastgesteld dat verzoeker heeft beoogd bijstand als oudere zelfstandige aan te vragen. Aan de orde is dan ook de vraag of verzoeker voldoet aan de vereisten als vermeld in de artikelen 2, eerste lid, aanhef en onder c, 25 en 26 van het Bbz 2004. Specifiek is de vraag aan de orde of verzoeker uit zijn bedrijf naar verwachting een bruto inkomen zal behalen dat gemiddeld minstens € 7.697,- per boekjaar bedraagt.
3. Verzoeker heeft aangevoerd dat de door hem overgelegde reactie, met als titel ‘contra-expertise’, als aangepast bedrijfsplan aan [Naam B.V.] ([B.V.]) moet worden voorgelegd. Het college heeft ter zitting toegezegd dit te zullen doen. Daarmee heeft verzoeker het doel van zijn verzoek om een voorlopige voorziening bereikt.
4. Het college heeft toegezegd binnen twee weken de Raad in te lichten over de termijn waarbinnen [B.V.] advies zal uitbrengen. Als het advies is uitgebracht zal het college hierover een standpunt innemen in het kader van de aanvraag. Dit standpunt zal aan de orde komen bij de behandeling van het hoger beroep in de bodemprocedure.
5. Ter zitting heeft verzoeker verzocht om voorschotten op grond van de Participatiewet. Het college heeft toegelicht dat voorschotten alleen kunnen worden verstrekt in het kader van een lopende aanvraag en dat de aanvraag van verzoeker al is afgewezen. Voor het verkrijgen van een voorschot zal verzoeker een nieuwe aanvraag om bijstand moeten indienen.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzieningenrechter
(getekend) A.M. Pasmans (getekend) A. Stehouwer

IJ