Uitspraak
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant verzocht om vrijstelling van het griffierecht, maar dit verzoek werd afgewezen. De Raad oordeelde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij op de datum van betaling van het griffierecht in betalingsonmacht verkeerde. De appellant had een netto-inkomen dat precies 90% van de voor een alleenstaande geldende bijstandsnorm bedroeg, wat betekende dat hij niet voldeed aan de voorwaarden voor vrijstelling.
Daarnaast heeft de appellant bezwaar gemaakt tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Roermond om bijzondere bijstand voor kledingpakketten toe te kennen. De Raad oordeelde dat de kosten van kleding tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van bestaan behoren en dat deze kosten uit het inkomen moeten worden voldaan. Bijzondere bijstand is alleen mogelijk in geval van bijzondere omstandigheden, wat in dit geval niet aan de orde was. De appellant had ook geen medische indicatie die bijzondere bijstand voor kledingpakketten rechtvaardigde.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat de appellant niet had aangetoond dat hij schade had geleden door de vernietigde besluiten. Er was ook geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen die in de uitspraak zijn vermeld.