Uitspraak
18.2612 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin de intrekking van zijn bijstandsuitkering werd bevestigd. Appellant ontving sinds 29 maart 2016 bijstand op grond van de Participatiewet (PW) naar de norm voor dak- en thuislozen. Het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort heeft appellant herhaaldelijk uitgenodigd voor gesprekken om zijn woonsituatie te verduidelijken, maar appellant is niet op deze afspraken verschenen. Uiteindelijk heeft het college besloten om de bijstand van appellant in te trekken en de gemaakte kosten terug te vorderen, omdat appellant niet voldoende duidelijkheid heeft verschaft over zijn feitelijke woon- en verblijfsituatie.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college terecht heeft gehandeld. De Raad stelt vast dat controleerbare gegevens over de feitelijke woon- en verblijfplaats essentieel zijn voor het vaststellen van het recht op bijstand. Appellant heeft nagelaten om het college op de hoogte te stellen van zijn nieuwe feitelijke verblijfplaats en heeft zijn inlichtingenverplichting geschonden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen grond voor bestaat. De beslissing is openbaar uitgesproken op 26 november 2019.